donderdag 6 oktober 2016

Spartathlon2016


Ik wandel door de nacht.
Eigenlijk is het meer strompelen want alle kracht is uit mijn lijf verdwenen. Hardlopen lukt niet meer. Ik probeerde het een aantal keer in de hoop weer enige snelheid en energie ergens vandaan te kunnen halen. Het is op, over en ik besef dat ik het een beetje aan het opgeven ben. Het is stikdonker en de route blijft maar omhoog gaan. Blaffende honden ergens in de verte, krekels in de berm en duizenden sterren aan de hemel. Als ik de volgende post maar haal, misschien dat ze daar wat yoghurt hebben. Met een beetje honing. Misschien kan ik dat binnenhouden. Ik denk aan al die mensen die thuis deze absurde wedstrijd volgen. Mijn geweldige clubgenoten van Ac-tion. Loopmaatjes,  collega’s, vrienden, bekenden,  en mensen die ik niet ken.  Ik denk aan mijn zussie die er de vorige keer nog bij was  (stuur even wat kracht van je naar beneden). Aan mijn geweldige team, kilometers verder, wachtend bij een post. Ik moet door, als ze maar yoghurt hebben.

Een uur na het startschot kom ik een beetje in een lekker ritme. Het verkeer tot dat moment was enorm. Drukte, auto’s, stank, gefluit, getoeter. Eindelijk kan ik wat ontspannen en een praatje maken met de Duitse tweeling. En voordat ik het weet lig ik bijna op mijn gezicht want de Griekse wegen zijn al jarenlang niet meer onderhouden. Één moment van onoplettendheid maakt dat ik een gat in de weg niet zie en bijna val. Eenmaal buiten de stad loopt te temperatuur snel op richting 30 graden. Het is warm maar ik heb er geen last van. Petje natmaken bij de posten. Volgens plan goed drinken en eten en zo vliegen de eerste 40 kilometers voorbij. Mijn team serveert oa. boterham met jam, heerlijk. En weer verder.
Ik vermaak me prima, voel me goed en liedjes poppen op in mijn hoofd. Walking in sunshine tralala … we gaan naar Sparta toe …. Tussen 60 en 70 km voelt het plots erg heet. Het gaat even wat minder maar een blikje Fanta zonder prik doet wonderen: heerlijk. De stank bij de raffinaderijen is daarentegen gruwelijk. Snel door, het kanaal lonkt.

Na ruim 80 km even een moment rust om wat te eten en even in de schaduw te zitten. Ik voel me perfect, heb zin in het komende gedeelte van de route door olijf- en wijngaarden. Droog shirtje, een kilometertje wandelen en weer door. De hoofdpijn welke op leek te komen is door het opzetten van een zonnebril een tiental kilometers eerder weer verdwenen. Post 92 km en ik krijg een klein TUC koekje. Eerst het zout eraf likken en dan oppeuzelen. Net zoals tijdens de trainingen. Maar het koekje raakt nog maar net mijn lippen of mijn maag krimpt samen en het overgeven begint. Ook dit kennen we en geroutineerd krijg ik toch nog wat lichts te eten en te drinken. Vol goede moed weer verder, mijn team zie ik weer over ruim een uur.

De zon begint wat te zakken, de route is schitterend maar een aantal kilometers verder komt alles er weer uit. Het is nog steeds warm (ik schat een graad of 25 - 27). Water of cola, brrrr, ik moet er niet aan denken. Een rood vruchtensapje smaakt heerlijk. Twee bekertjes en bij de volgende post weer twee. Te weinig om het hele stuk te kunnen blijven lopen maar ik haal de post waar mijn team weer geduldig staat te wachten. Met moeite en onder lichte dwang drink ik was bouillon en een paar piepkleine hapjes brood. Ik zou dolgraag even gaan zitten, nog liever gaan liggen maar ervaring leert dat mijn maag dan helemaal dubbelklapt en niets toelaat. Het wordt schemerig en met hoofdlamp vertrek ik weer. Een laatste opdracht: Blijven lopen, ook al is het hobbelen.

Eindelijk, de post maar ze hebben alleen cola en water. Brrrr. Ik drink wat water. Bij de volgende post is Yoghurt, zegt een man. Het water komt er een kilometer later weer uit. Een wandelende mini Japanse deelneemster haalt me in terwijl ik dacht nog hard te lopen. De Jeep van de organisatie komt meermalen langsrijden en vraagt of het nog gaat. Yes, yes. Zeg ik nee dan mag ik gelijk instappen. Blaffende honden in de nacht. Waar zitten die beesten? Voor de zekerheid pak ik mijn uitschuifbare knuppeltje. Waar blijft die post?. Voor me zie ik niets en ook achter me is niets te zien. Vreemd.

De klok slaat negen en in het dorpje staat midden op straat een hondje. Zodra hij me ziet rent het beestje weg. Ik vermoed dat mijn knuppeltje daar niet veel mee te maken heeft. DE POST !! Iedereen klapt en roept bravo ?? Het dringt niet door. Ik vraag Yoghurt met honing en krijg het. En dan vraagt de man of hij mijn startnummer mag hebben. Startnummer ?? You are out of time. Te laat? Ze halen me uit de wedstrijd. Ik moet een formuliertje tekenen, startnummer inleveren en ze brengen me in het busje naar de volgende post waar Jannet, John en Gerard ongerust staan te wachten. Dit was het. Het ging niet meer en toch komt het volledig onverwachts. Al die trainingen, al die uren, al hun inzet, tijd, al die supporters. En wat moeten we nu? Waar gaan we heen? We hebben geen bed.

Ik breek.

Maar mijn geweldige mensen schrikken nergens voor terug. Ze blijven ondanks alles positief en vol goede moed gaan we wat later op weg naar Sparta; met de auto. Onderweg pikken we nog een loper op die niet verder kan en leveren hem bij een post af. Voor de tweede keer op rij in de auto door de nacht naar Sparta. Het is genoeg geweest. Blijkbaar kan mijn lijf dit niet aan. We dachten het lek boven water te hebben. Keihard getraind, duizenden kilometers, alles uitgeprobeerd, geweldige steun van Jannet en onze kinderen, geweldige vrienden die me hielpen en zoveel investeerden, zoveel mensen die me steunden, die meeleefden,  het gunde, hoopte, duimde en dan toch gaat het weer op eenzelfde manier verkeerd. Het is klaar, dit is te zwaar.

Na een nacht in misschien wel het oudste hotel in Sparta (Jannet kan alles regelen) en na een ontbijt met het oudste brood in Sparta verblijven we de rest van de dag op een terras in de schaduw en moedigen de Spartathlon finishers aan tijdens hun laatste meters richting Leonidas. Het is wederom knetterheet. Ongelooflijk. Sommige lopers zijn totaal van de wereld, anderen lopen alsof ze net gestart zijn. Ondanks de teleurstelling is de sfeer goed.

De lopers krijgen een geweldig onthaal en zijn de echte helden van deze gruwelijke tocht. Zij doorstonden de stank van Athene, de hitte, de stank van de raffinaderij, de eenzame nacht en de tweede hete dag met vele kilometers langs een saaie snelweg. De Spartathlon is vreselijk en mythisch mooi. En slechts voor weinigen weggelegd.

Het was mooi om hiervoor te trainen. Ik heb er geen moment spijt van en ben blij dat ik deze tweede poging ondernomen heb. Nu is het klaar. Dag Spartathlon, bey bey.

zaterdag 17 september 2016

Reis


Vanmiddag ga ik op pad voor mijn laatste langere training ter voorbereiding op de Spartathlon 2016. Een reis die begin januari startte en nu, negen maanden later, zijn eindbestemming bijna bereikt heeft. Een bijzondere reis met een mengelmoes van kortere, wat langere en soms heel lange trainingen.

Slechts een enkel wedstrijdje. De Enschede Marathon met een verassende 2.54 als eindtijd.

Zo nu en dan een testloop. De Hermansweg solo met een voortijdig einde (115 km) maar met een puzzelstukje wat op de juiste plek viel. De Sallandtrail (100 km) waaruit bleek dat de puzzel af lijkt te zijn en waar een eerste plek bij de heren een leuke bijkomstigheid was (jaja, ruim achter Kim).

Een net iets andere opbouw van alle trainingen waarbij het accent veel meer op duur en ontspanning lag, zo nu en dan een snelheidsprikkel maar vooral veel op Sparta tempo. Weken oplopend tot ruim 300 loopkilometers, maanden oplopend tot 1000 km.

En ook nu geweldige mensen om mij heen die informeren hoe het gaat, motiveren of zo nu en dan een stukje meelopen. Gerard en John die veel vrije tijd opofferden om  mee te lopen, mee te fietsen,  me op te wachten bij onze eigen drankpost en van alles uitzoeken wat er maar uit te zoeken is. En natuurlijk me meisie en onze kinderen die al het gedoe van die langloperij misschien wel zat zijn maar het niet zeggen en steunen waar ze kunnen.

 
De finale komt eraan.
Nog één lange training waardoor de hele voorbereiding de 5000 kilometer zal overschrijden. Voor de 52-e keer in een training de marathonafstand of meer. Nog één keer de koelbox vullen. Nog één keer de ronde van ruim 10 km met veel vals plat en een enkel heuveltje.
Ik heb er zin in en ben blij dat het erop zit. Laat vrijdag 30 september maar komen. De start van een nieuwe reis met eindbestemming SPARTA.
 

zondag 1 mei 2016

Grenzen


Jaren geleden liepen Detmar en ik onze laatste lange duurloop voor een marathon. Het moet bijna wel voor de Enschede Marathon geweest zijn. We waren ambitieus en trainden serieus voor een nieuw persoonlijk record. Hoe lang we die dag liepen weet ik niet meer. Wat me bijstaat is dat we beiden vonden dat hetgeen we op dat moment aan trainingen deden toch wel maximaal was. Ik vermoed dat ons maximale weektotaal destijds een kilometer of 120 / 150 was.
Jaren later kwam ik in contact met Jan-Albert Lantink. Ik was overgestapt naar het lopen van ultra lange afstanden en dacht daar stevig voor te trainen. Van JAL leerde ik wat echt hard trainen is. Opbouwend naar weektotalen van ruim 200 km leek me eerst onmogelijk. Het was mogelijk. Balancerend op het randje van vermoeidheid en belastbaarhed werkte ik toe naar een top conditie. Duurlopen oplopend naar maximaal 70 km over de heuvels in Tecklenburg. Zwaar maar het was te doen.
Afgelopen week was een week om veel kilometers te maken. Met een prima basis waarmee de Enschede Marathon boven verwachting goed voltooid werd (2.54, 2-e M50) gevolgd door een relatief rustig weekje, wilde ik daarna weer forse omvang maken. De bedoeling was minimaal 200 kilometers te maken, extensief. In ieder geval op Koningsdag een langere duurloop met Jeroen Machielsen en op zondag een duurloop in Tecklenburg. Tussendoor op werkdagen ’s-ochtends rechtstreeks lopend naar het werk om ’s-avonds met een omweg weer naar huis te lopen. En verder, kijken wat mogelijk is.
Hoewel het weer de eerste dagen bar en boos was liep het allemaal redelijk soepel. De derde dag was de minste en laat dat nu ook meteen de 65km dag met Jeroen zijn. Alles extensief houden lukte niet want op donderdag deed ik vrolijk mee met het vaartspel en op zaterdag weer net zo vrolijk met een duurloopje in verschillende zones. De afsluiter werd een duurloop vanaf de parkeerplaats in Hörstel. Ontspannen, nergens op letten en 25 km heen en daarna 25 km weer terug lopen.

En zo werd een grens verlegd en staat het weektotaal record nu op 292 km. En alles lijkt nog heel te zijn, de moraal is beter dan ooit. Op vrijdag 20 mei kan ik vol goede moed starten aan de Hermannsweg. Ik heb er echt zin.



woensdag 20 april 2016

Enschede Marathon 2016

Het is de moeite waard om over deze marathon een stukje te schrijven. Een groot aantal clubgenoten had naar deze marathon toe gewerkt en hoewel mijn doel dit voorjaar pas eind mei gepland staat was deelname aan de Enschede Marathon een mooi tussendoel in de trainingen. Tot de marathon wilde ik dan ook wekelijks minimaal één intervaltraining blijven doen.

Dinsdags voor de marathon kwamen we met een tiental lopers even bij elkaar om plannen te smeden. Ik meldde gekscherend dat ik voor 2.55 zou gaan hoewel mijn doel was het clubrecord te verbreken (2.58.48). Volgens mij was dat haalbaar zonder al te veel ‘schade’ op te lopen en de trainingen na de marathon weer snel op te kunnen pakken.


Meteen liepen we in een grote groep met tempomaker Peter Ligthart (ook 50+). Ik zat lekker in de groep, beetje voorin maar met voldoende lopers voor me om lekker te kunnen profiteren. Ontspannen, beetje kletsen en ‘klieren’, naar achteren laten afzakken om wat drinken aan te pakken van dochter Janeri die me op de fiets begeleidde (mag officieel niet maar wie kent me nou in Enschede). Ontspannen, lekker hard en we kunnen aansluiten bij een groep voor ons met oa. Joost Posthuma (clubgenoot) en Jeroen Machielsen (loopmaat en net 50+ dus concurrent). Op 19 km moet is toch even een pisstop maken (50+ hé) en sluit aan bij een groep met oa. clubgenoot John Slot. Met de wind van voor is het niet slim om weer aan te sluiten bij de snellere groep en dus is het wachten tot km22. Tussen mij en de groep (300 meter verder) lopen drie ‘losse’ lopers en hen gebruik ik als springplank. Het duurt toch een aantal kilometers (in 15 kmh) voordat ik aansluit en net op dat moment versnellen zij ook iets. Grrr, naar voren en in de tweede rij proberen weer wat op adem te komen. Hoewel het zwaar wordt toch even een ‘praatje’ met Peter, Jeroen en Joost maken al is het maar om ze een beetje te klieren.




Na 32 km mag Joost van zijn begeleider los gaan. Hij vliegt vooruit en neemt een jonge loper in zijn kielzog mee. Zal ik? De jonge loper moet lossen bij Joost en vormt mijn springplank. Joost houdt het tempo hoog (ruim 15 kmh) en met moeite sluit ik aan. Ook nu even ‘kletsen’, verder rest alleen maar VOLGEN.
 
We krijgen clubgenoot Melvin in zicht. Melvin !! Na het keerpunt in Glanerbrug stuiven we hem voorbij. Het tempo zakt iets, wind tegen tot de streep. Zal ik overnemen? Ik neem over, wil niet alleen maar profiteren.

En dan gebeurd iets wat ik niet bedacht had. Joost moet lossen. Door, door, door. In de verte loopt clubgenoot Sven en hij wordt het volgende focuspunt. Er naar toe en bij 40 km er voorbij. ‘Joost komt er weer aan’, hoor ik Janeri zeggen. Door, door, door, harder. Nog iemand inhalen, zelf ingehaald worden en dan is de streep er. 

 

Gelukkig staat John daar. De benen lopen vol, motorisch gaat het even wat stuntelig.

Wat een marathon. Ook andere clubgenoten lopen een geweldige race (Detmar, Edwin, Nico, Joost, John, Gerard, Erwin) en misschien minder dan verwacht Melvin en Sven. Wat een dag. Alleen hopen dat de spierpijn snel weg is want er moet nog wel wat getraind worden voor de lange looptocht eind mei.
 

vrijdag 1 januari 2016

2015


Een tientje, slechts een tientje. Geen dertig miljoen. Toch beter dan helemaal niks. Blijkbaar heb ik veel geluk in de liefde en weinig geluk in loterijen.

Dé loterij van 2015 leverde ook niks op.
Geen startbewijs om mee te mogen rennen van Athene naar Sparta. Ondanks de 8.14 gelopen in Deventer. Geen herkansing, geen Leonidas, geen Spartathlon.

Het hoogtepunt van 2015 werd de BATA solo race van Nijmegen naar Enschede.
Uitgezwaaid door twee lieve dochters, bijgestaan door geweldige mensen die urenlang door een miezerregentje meefietsten, me weer op weg hielpen na een zware dip, navigeerden door de nacht en ondanks eigen vermoeidheid me hielpen de finish na een avontuur van 20 uur en 20 minuten te halen.

Het tweede hoogtepunt was de Monnikentocht over 50 km.
Het liep die dag. Ondanks meerdere keren verkeerd lopen en een parcours met de nodige onverharde bospassages lukte het die dag het tempo hoog te houden en als eerste over de streep te komen. Achteraf gezien geen slimme wedstrijd want na ook nog  harde  Ruthbeektriathlon (ik dacht alles aan te kunnen op dat moment) protesteerde en blokkeerde mijn lijf volledig tijdens de 100 van Winschoten. Tot 50 km nog mooi op een schema onder de 8 uur. Met een rug die vast ging zitten ging het lopen steeds lastiger en werd het onmogelijk de 8 uurs grens te slechten.

Met een teveel aan energie lukte het nog een leuke, stevige halve marathon in Oldenzaal uit te persen (Huttenkloas in 1.21) maar toen was het op.

Rug, hamstring, achilles. Protest op protest op protest.
Met hangen en wurgen liep ik nog vier wedstrijdjes in het kader van de Twentse cross competitie.

De laatste weken van 2015 liep ik niet. Het afscheid van zus Nina viel zwaar.

Het nieuwe jaar is één dag oud. De eerste 18 km zitten er alweer op. Het jaartotaal van 2015 bleef steken op een kleine 5700 loopkilometers. Met de uitdagingen voor 2016 in mijn hoofd staan er weer vele langere duurlopen op het programma.
Ondanks alles zal ik altijd wel lang blijven lopen. Met of zonder een beetje  loterij geluk.

donderdag 24 december 2015

Afscheid van zussie


Tijdens vakanties wil Jannet altijd een kerk bezoeken en, laat ik het netjes zeggen, dat is niet mijn favoriete uitstapje. Meestal gaat het de dag erna dan ook regenen.
En hier sta ik nu voor een toespraak in een kerk. Ik vermoed dat Nina daar nog wel om zou kunnen grijnzen. Het is gelukkig wel een erg mooie kerk.
De afgelopen dagen vroeg iemand of Nina gelovig was. Mmm, nee, niet echt antwoorden we en toen zei Jesse heel luid en duidelijk: Nina geloofde in zichzelf.

Myla en Jesse hebben me verbaasd de afgelopen weken. Wat een krachtpatsers.
Lieve Anky, Annet, Marjorie en Jannet.
Nina had heel veel vriendinnen.
De afgelopen week hadden we het in het ziekenhuis nog over de ‘mannetjes’ van oude oma Fröberg. Een mannetje voor ieder klusje.
Nina had in plaats van mannetjes vele, vele vriendinnen. Jesse, jongen, wat zul jij zo nu en dan gek geworden zijn van al die wijven bij jullie thuis.

Lieve Anky, Annet, Marjorie en Jannet.
Vier vriendinnen die Nina’s Angels zijn geworden, Nina’s Engelen.
Een geweldige steun voor Nina, voor mij en voor Myla en Jesse.
Ze bleven aan haar zijde, waakten  door de nacht, berichtjes vlogen over en weer: hoe laat ben jij er, gaat het nog een beetje, is er iets veranderd.
Lief en leed.
Dank jullie wel lieve Angels, jullie waren onmisbaar.
 
Zoals Nina was, zo waren deze laatste dagen in het ziekenhuis: erg speciaal.
We hadden verdriet.
Het ging immers steeds slechter met Nina.
Maar we hadden ook lol en plezier. In geen enkele kamer werd er zo vaak gelachen als in Nina haar huisje.
Helemaal toen Maarten, Hilde en Koen op bezoek kwamen: de FRöBELGEN.
Ze bleven  tot 23 uur en  Nina beleefde het als een ‘verjaardagsfeestje’.
De dagen erna kwam ze steeds weer terug op deze mooie avond.
Met een grote grijns vertelden ze alle verpleegsters over het bezoek,

Een bijzondere vrouw mijn zussie.
Het kan ook niet anders dan dat zij twee bijzondere kinderen kreeg.
Myla en Jesse, wat een kanjers.
Ik zag ze de afgelopen twee weken veranderen, sterker worden.
Ook Nina zag dat en ze moet weten dat het wel goed gaat komen.
Het komt wel goed.

Zoals Nina dat ook deed: stap voor stap, we zien wel.
Stap voor stap, onze lijfspreuk als tegenslagen overwonnen moesten worden.
Stap voor stap
en
we zien wel, het komt wel goed.
Nina was een trouwe supporter tijdens vele van mijn looptochtjes.
Bij vele Enschede Marathons stond ze wel ergens langs het parcours.
De 120 km van Texel.
De 24 uurs in Steenbergen waar na een uur onze party tent wegwaaide en de party na 12 uur slapend in de auto eindigde.

Het mooiste avontuur in Griekenland, de Spartathlon waar Nina de organisatie man wel leuk vond.
Helemaal toen na een lange uitleg over alle regels hij afsloot met te zeggen dat ze niet zo moeilijk deden over al die regels.
Stap voor stap, het komt wel goed en niet moeilijk doen.

 Mijn lieve zussie deed ook tijdens haar laatste dagen niet moeilijk.
Het komt wel goed, ze heeft het nog vaak gezegd ook al ging het niet meer goed.
Stap voor stap ging het minder.
Maar Nina bleef genieten.
Van de patatjes en tijdens haar laatste momenten van bewustzijn van kleine stukjes kroket.
Van al haar vriendinnen die langskwamen en ze ontving met een stralende glimlach.
Van Myla en Jesse, van familie en van haar Angels.
En op het moment dat we dachten dat ze nog wel even door zou blijven pruttelen vond Nina het genoeg.

Met de kerstboom aan haar voeteneinde sliep ze heel rustig in.
Het komt wel goed hier, stap voor stap en we zien wel.


 

 

dinsdag 8 september 2015

Goed goan


Ja, echt. Ik voel me goed.
 
Bewust heb ik ervoor gekozen me deze keer op een andere manier voor te bereiden op deze 100 km wedstrijd. Een afgeleide van de voorbereiding vorig jaar voor de 100 km op de baan in Deventer. Toen liep ik naar een dik persoonlijk record van 8.13 hetgeen, zoals ik toen nog dacht, ruim voldoende zou zijn om aan de Spartathlon mee te mogen doen. Het liep allemaal anders.
Na de Bata-solo race (ruim 175 km) nam ik bewust even wat gas terug om extra gemotiveerd te zijn voor de trainingen richting de Run in Winschoten. Stevig trainen, een paar wedstrijdprikkels tussendoor en afgelopen weekend als laatste voorafje de deelname aan de Rutbeektriathlon met de tweede looptijd van het hele veld op de 10 km (42:58, volgens kenners was het 10,8 km). Het hoefde tijdens dit laatste voorafje niet hard te gaan maar ik had er een beetje de balen van dat het zwemmen slecht ging. In combinatie met een wedstrijdmentaliteit die de kop weer opstak werd het toch buffelen. Meteen na afloop sloeg de schrik even toe want de hamstrings stonden aardig op scherp.

De komende dagen actieve rust. Heerlijk en waardeloos tegelijk: ik word er altijd erg onrustig van. Het hoort erbij.
De plannen voor zaterdag zijn besproken met mijn teammaatjes. Drie varianten variërend van tevreden, goed tot superblij. Zorgvuldig houden we de weersvoorspellingen in de gaten. Wat de andere lopers gaan doen is van geen belang. Mocht het belangrijk worden dan geldt dat pas voor de laatste twee rondjes van 10 km.
Wat ik in de voorbereiding wilde doen is gedaan, wat we willen gaan doen is besproken.

Wat rest is zaterdag eruit te halen wat erin zit.
Run Winschoten: AC TION uit Enschede komt eraan.