woensdag 31 december 2014

De hondertjes van 2014

nummer 6
Een jaar lang nam ik op de dag dat ik weer 100 km hardlopend had afgelegd een foto en plaatste die op facebook.  Eigenlijk was het de bedoeling om tijdens het hardloopmoment zelf de foto te maken maar meermalen vergat ik de camera mee te nemen en maakte ik het plaatje na de training.

 
nummer 32
Halverwege dit kleine projectje was ik het beu. Op dat moment was ik het hardlopen ook zat en dus hoefde ik drie weken lang geen foto te maken. Na die periode richtte ik me even op het triathlon gebeuren en mocht ik naast wat lopen ook fietsen en zwemmen.
Uiteindelijk plaatste ik 61 foto’s, goed voor 6100 loopkilometers (gemiddeld  117 km  per week, 124 per trainingsweek)  De komende week laat ik van al die foto-tjes een collageposter drukken en zo hangt er binnenkort een mooie herinnering aan 2014 aan de muur.
 
nummer 47
Het 2014 jaar was een kwakkeljaar. Ondanks enkele mooie sportprestaties (waaronder een lekker PR op de 100 km waar ik zeer tevreden over ben en een erg leuke triathlon voorbereiding en wedstrijd) waren de andere sportprestaties dit jaar mager. Gelukkig compenseren vele geweldige trainingen veel. 
Een gedegen en geweldige basis voor 2015 is gelegd. Vanaf morgen is het uitbouwen en in september wil ik de oogst binnen halen.  De hondertjes zullen me om de oren vliegen, ik heb er nu al zin in ook al ga ik er geen foto meer van maken.
 

zondag 14 december 2014

Kleine kerels

De Twentse Ven’nloop is een kleine marathonplus loop. Vanaf kampeerhuis De Meene wordt in drie tempogroepen gestart en naar believen kan men na de eerste lus van een dikke 21 km in- of uitstappen. De tweede lus is vervolgens bijna 25 km en alles bij elkaar loop je over alle mooie venen rondom Buurse.
 
De snelste groep ging weg op 10 kmh en samen met onder andere loopmaten Simon en Freddie loop ik beide lussen. De routes zijn schitterend, we ontdekken nieuwe paden en de organisatie is werkelijk voortreffelijk.
Bij de tweede lus krijg ik op een gegeven moment toch wat stramme benen. Het tempo is net iets langzamer dan mijn duurtempo, de neiging het gas even open te draaien wordt steeds groter.
Ook Freddie heeft  wat last van zijn benen en als twee jochies proberen we onze gids steeds opnieuw uit te lokken iets sneller te gaan lopen. Naast hem lopen en net een pas voor hem blijven. Bij modderige stukken stiekem wat versnellen en voor de groep uitlopen. Elkaar een beetje duwen en trekken, geinen en klieren. We hebben dikke pret als twee kleine ettertjes tijdens een schoolreisje.  De gids komt meermalen nadrukkelijk voor ons lopen om vervolgens het tempo opvallend naar omlaag te brengen. Olie op het vuur en zo onopvallend mogelijk kruipen we weer naar voren. We fluisteren: wanneer zal hij weer komen? AAH, daar is hij al.
Ons gedrag valt een beetje op. De anderen moeten er wat om grinniken en verbazen zich erover dat we, na de marathonafstand, nog zoveel energie over hebben.  Het wordt hilarisch als Freddie bijna gruwelijk op zijn plaat gaat. Nog net kan ik hem grijpen voordat hij voorover de modder inslaat. We zijn ontembaar vandaag.
Twee mannetjes, beide trainer en regelmatig druk met het begeleiden van sportgroepen, waren vandaag zelf de etterbakjes. Misschien niet voor iedereen leuk (hoewel de schade wel meeviel denk ik), maar voor een keertje ooh zo heerlijk.

maandag 1 december 2014

De blauwe Gentiaan

Na Deventer had ik wat twijfels of ik wel moest starten in de Ardennen. Ik was tevreden met deze 100 km en had met name ‘s-ochtend wat last van stijve knieën. Anderen zou ik afraden om twee zware ultra’s in één maand te lopen dus waarom zou ik het zelf dan wel gaan doen?
Het lopen ging eigenlijk wel goed.

En dus sta ik zonder zenuwen en zonder specifiek plan aan de start van Olne Spa Olne. 
Dit in tegenstelling tot drie reisgenoten die druk zijn elkaar uit te dagen, drankvoorraden voor onderweg aan te leggen en voorspellingen te maken over de einduitslag.
Olne Spa Olne is een klassieker onder de trails.
In 2008 liep ik deze trail al eens een keer en ook toen was het een pittige. 
Het chalet is inmiddels omgebouwd tot een grote sporthal. Maar verder is veel hetzelfde: getreuzel bij de start, iemand die het één en ander door een megafoon tettert waar niemand naar luistert, dorpjes, bossen, bospaden, stenen, blubber, stukjes asfalt en vier verzorgingsposten.
De route is uitgezet met witte linten en kalkstrepen. 
Het is zeer lastig om verkeerd te lopen maar gelukkig lukt het me na een kilometer of 50 - 55. Drie mannen staan te twijfelen onderaan een heuvel. Moeten we rechtdoor langs de rivier of de heuvel op. Ik meen me van de editie van 2008 te herinneren !!! dat we omhoog moeten en knal naar boven. Ze volgen me. Het is gruwelijk stijl, hardlopen is onmogelijk. Een smal geitenpad, slingerend omhoog. Eenmaal boven is er geen lint of kalk te bekennen. Ik loop iets door maar niks, nul, nadda. En dus mogen we weer naar beneden. Niemand vloekt hardop.


Het lopen gaat goed, ontspannen. 
Het dalen vindt met name mijn linkerknie niet leuk en dus gaat dat zeer gecontroleerd. Anderen vliegen me links en rechts om de oren. Stijgen gaat goed en daar waar anderen wandelen dribbel ik hen weer voorbij (wandelen doe ik vanavond wel, met de hond). 
Bij de laatste post is er warme thee. 

Met extra energie knal ik menig loper voorbij zoals zij mij voorbij liepen in de afdalingen. De één na de ander moet er aan geloven. Helaas doemt plots de finish op. Drie kilometer eerder dan de beloofde 69 kilometer. Nog net binnen de 7 uur is het mooi geweest voor vandaag. 
De stampot met worst smaakt geweldig, de douche warm en de terugweg gaat net zoals de heenweg onder het genot van Heino: blau, blau, blau, blüht der Gentiaan.

maandag 10 november 2014

09-11


Nine Eleven is voor de Amerikanen natuurlijk een gedenkwaardige datum.

Het leek me wel aardig om in Deventer op 9 november 2014 een gedenkwaardige race neer te zetten en dus gewoon op pad te gaan voor een persoonlijk- en overall clubrecord.
Mijn persoonlijke record liep ik ook in Deventer (2011: 8.36). Het was dat jaar de bedoeling om in Winschoten te lopen maar door verdrietige familie omstandigheden week ik uit naar de atletiekbaan voor 250 rondjes van 400 meter.
Het overall clubrecord van Ac-tion staat al een aantal jaar op naam van D.Kroes (8.32 in Winschoten,1987). Niet geheel te vergelijken met een baanwedstrijd maar dat maakte mijn ambitie niet minder groot.

Meteen na de start hebben we een mooi groepje van drie man die allemaal rond de 12 kmh lopen (2 minuten per rondje). Toch gaat het tempo regelmatig omhoog richting de 12,5 kmh en dus gebruik ik een pisstop om ze te laten gaan en me op mijn eigen race te kunnen concentreren. Drie uur wedstrijd (en drie pisstops) verder loopt Wim Douw een rondje op mij voor. Ik loop tweede. Dankzij de voortreffelijke coacing van Gerard Koning weet ik dat het tempo strak is (net iets onder de twee minuten per rondje) en Wim wat wisselvalliger loopt.

Halverwege sluit ik weer aan bij Wim. Ik vind het te vroeg om een gat te slaan hoewel ik me wel sterk genoeg voel. Wim loopt weer weg en dat geeft toch even een dip. Wim pakt 600 meter op me. Zware rondjes volgen. Ontspannen, technisch goed lopen, blijven drinken en eten, eigen race lopen. Gerard, Rik en John doen goed werk.

Ik weet weer aan te sluiten bij Wim. Een gaatje is geslagen en het moment is er om de rollen om te keren. Rondjes onder de 2 minuten, het mag niet te snel gaan, de wedstrijd is nog lang. Er naar toe, erop en erover. Ik merk dat mijn pas weer sterk is en kan Wim snel op twee rondes zetten. Het wordt wel erg zwaar, de rondjes kruipen.

Focus. Een tijd onder de 8.15 zit erin. Concentreren, niet teveel op de nog te lopen rondjes letten.

Op mijn tafeltje heb ik als kleedje de Griekse vlag. Eindelijk gaat de laatste ronde in. Het wordt meteen maar mijn ere rondje met vlag. De pijn is weg, het rondje lijkt razendsnel te gaan en met een eindtijd van 8.13.40 ben ik super tevreden.

Een geweldige wedstrijd waarin we om de overwinning gevochten hebben. De Twin Towers stortten in na de aanslag op Nine Eleven. Samen met Wim bleven wij in onze strijd overeind met een stevige verbetering van onze PR’s en een mooi clubrecord.

Doe jullie best, Tionezen.

 

dinsdag 28 oktober 2014

Ne

We hobbelen door de nacht. Het is nog vroeg in de ochtend en toch is het nog nacht. 
Stikkedonker. 
Alleen onze hoofdlampen geven enige verlichting. Verder is alles zwart. We genieten. 
Herinneringen aan een donkere, zwarte nacht komen terug. Maanden geleden liep ik ook door de nacht. Hoofdlampje aan, verder alles zwart. Ergens in de verte was eenzelfde schijnsel van een hoofdlampje waarneembaar. Ook daar liep iemand door de nacht. Op weg naar een volgende verzorgingspost. Op weg naar Sparta.
Hardlopend door deze nacht merken we op dat we gezegend zijn dit te kunnen doen. Vroeg op te kunnen staan, met de auto naar de heuvels te rijden en een lange hardlooptocht te kunnen maken. Het is soms goed daar even stil bij te staan en gewoon tevreden te zijn dat het kan. Langzaam wordt het lichter. De lamp kan uit, het tempo gaat wat omhoog. 
Op de één of andere manier zijn we er vandaag niet helemaal bij. Hoewel onze route eenvoudig is (volg de bordjes met een zwarte H van de Hermansweg) zijn we meermalen de weg kwijt.
Mijn gedachten zijn bij Deventer.
Zal ik wel/ niet/ wel/ niet? Zal ik op 10/ 11/ 12/ 10/ 11/ 12 kmh. weg gaan. Tien is voldoende om me te kwalificeren. Twaalf is voldoende voor een persoonlijk- en club record.
Het tempo ligt hoog vandaag. Volgen gaat niet vanzelf, het kost moeite. Vooral op de vlakkere stukken, daar waar het mogelijk is een beetje te herstellen van het klimmen en dalen, moet ik pushen.
Weer terug bij de auto staat de parkeerplaats vol. Het is nog maar twaalf uur. We hebben er ruim 50 km opzitten en maken plannen voor komende trainingen. Lange trainingen, nog langere trainingen, dubbeldekker weekenden en zelfs ééndaagse dubbeldekkers (twee maal vijf uur). 
Vroeg op pad, door de nacht.


Na Deventer gaat de knop om.
Eindbestemming Sparta.
Ne = Ja.

zondag 26 oktober 2014

filmpje

51 km over Duitse heuvels.
Het gas stond aardig open en dus werd het een stevige en leuke training.
Een kort beeldverslag van de training van vandaag.


maandag 20 oktober 2014

Ondertussen in Amsterdam

Het is even zoeken. Ik had me minimaal met de startlokatie bezig gehouden en vertrouw volledig op de navigatie techniek van Simon. Hij weet wat hij doet, rijdt één keer verkeerd en parkeert de wagen netjes op het nog natte grasveld. We zijn mooi op tijd. Startnummer halen, chip aan de schoen haken en nog een bakkie. Het wordt iets drukker maar daar is dan ook alles mee gezegd. De schuur waar we ons mogen omkleden is keurig netjes. Over twee weken staan we in Haaksbergen ook in een tot kleedruimte omgedoopte schuur maar die doet zijn naam echt eer aan: troep, stof, zand en spinnenwebben.  In deze schuur kunnen we zelfs een stoel scoren.

Bijschrift toevoegen
Een marathon lopen in de Achterhoek. Een trail marathon lopen. Onverhard, bospaden, zandpaden, weide paden, boerenerf paden, wortelpaden en soms een stuk verhard pad. Heuveltjes op en af en op en af. Bochtjes, bochtjes en nog meer bochtjes. De afwisseling is zo groot dat het eerste uur omvliegt. Zo nu en dan had ik even op mijn klokje gespiekt want het ging soms best hard. Jonge jongens stuiven naar beneden waardoor ik telkens moet lossen. Iets vlakker of bergop kan ik dan weer aansluiten. Ik verbaas me als ze allemaal lossen nadat  ik een tijdje op kop gelopen heb over een mooi slingerend bospad.  Ik let echter meermalen onvoldoende op en moet, dankzij een schreeuw van één van hen, weer achter hen aan. Aansluiten, even hangen en weer afscheid nemen. Het is lekker warm, het loopt heerlijk. De trainingsloop wordt  een stevige duurloop. Ik schrik als plots nummer vier in de wedstrijd voor mijn neus staat. Hij weet niet of hij links of rechts moet; lintje of bordje ontbreken. We kiezen voor links (goede gok).  Hij loopt stevig op kop, volgen rest.  Plots wenst hij mij succes en laat het tempo zakken. Het duurt erg lang, loop ik mega verkeerd? Waar was de tweede waterpost? Op 30, 32, 34 km. Eindelijk. Bidon bijvullen, kletspraatje maken. De langzamere lopers op de 31 km zijn al lang weg (voor hen lag deze post op km 23). Lukt het om hen nog in te halen? Tempo erop. Met een flink venijn in dit laatste deel van de marathon lukt het toch nog een tiental lopers in te halen. Na 42 km in 3.27 is er geen finish te bekennen. Nog een aantal heuvels, twee bonuskilometers en toch wel zware benen zit het er tien minuten later op.  

Een geweldige marathon. Broodjes en pepernoten van de plaatselijke bakker als prijs voor de bronzen stek.  Één en dertig finishers.  Onderweg vier mensen die aanmoedigden en velen die verbaasd omkeken. Twee drinkposten. Honderden onzichtbare hazen en konijnen. Geen pers, geen publiciteit, een toporganisatie.

Amsterdam is  hot, Lochem is OerendHard Gaaf.

dinsdag 14 oktober 2014

Half werk


Ik had er niet bijzonder veel zin in. Maar goed, inschrijven is inschrijven en dus de wedstrijdschoentjes aan en samen met dochter Janeri  lopend naar de Geesinkweg.  De benen voelen alles behalve fris. Nog moe van enkele slenterdagen in Istanbul, een lange terugreis, kort nachtje, duurloopje en een iets langer nachtje. De gezelligheid bij de wedstrijd maakt veel goed. Praatje hier, praatje daar, voor de zoveelste keer de opmerking dat de halve een eitje moet zijn voor een ultraloper. De steigerungen lijken meer op aanstampen van het kunststof dan op een vloeiende versnelling.
Knal, weg en gewoon keihard achter de eerste aan rennen. Het gaat veel te snel, ik zou veel langzamer moeten lopen maar wat kan het schelen. Beetje bluffen, kort gesprekje met Geerdink, 15 km-ers inhalen en op 5 km al behoorlijk adem te kort hebben. Kop over kop richting 10 km. Praatje met Veenstra. Loopt daar in de verte Detmar ? Bijten om weer aan te sluiten en Simon vervloeken dat hij nog harder kan. Na 15 is het beste er wel af. Het voelt alsof ik stilsta, kilometers kruipen.  Derde Tionees in 1.24

Dinsdag ochtend. Hardlopend naar het werk. Soms gaat dat lekker. Na 13 km snel douchen en aan de slag. In de loop van de middag bedenk ik me dat de route naar huis met een omweg zal gaan en in een wat hoger tempo. Het loopt heerlijk. Het loopt geweldig. Zo nu en dan gluur ik even en zie dat de snelheid oploopt van 11 naar 12 naar 14 naar 15. Inclusief pispauze, blubberpaden en wachten bij het oversteken wordt een halve afgeraffeld in 1.41.
Best lekker, half werk.

zondag 5 oktober 2014

Uit met uitstellen

Samen met vele anderen volgde ik de race. Verbazing dat het de eerste 80 km regende. Nog meer verbazing dat de vriendelijke Italiaan  (ik ken hem niet maar hij lijkt me erg vriendelijk) zo hard doorloopt en zo geweldig als eerste de voeten van Leonidas aanraakt. Plaatsen langs de route herken ik van mijn deelname vorig jaar. De hilarische official die bij iedere regel benadrukte dat ze er misschien ook wel weer van af zouden wijken. De kinderen op straat. De verzorgingsposten. Sfeer, sfeer en nog meer sfeer.


Ooit schreef Leonie van den Haak dat ze elke dag aan deze wedstrijd dacht. Is dat het virus? Ik ben besmet.
Speurend op de wedstrijdkalender van Ultraned ben ik met name op zoek naar een wedstrijd over 100km. Voordat ik welke beslissing dan ook over een tweede poging kan nemen zal ik me eerst moeten kwalificeren. De limiet van 10 uur 30 min. over 100 km zou het probleem niet mogen zijn.  Er zijn verschillende wedstrijden. Ver weg en iets minder ver weg. Eigenlijk voel ik me op dit moment wel goed en redelijk sterk. Waarom uitstellen? Waarom langer twijfelen? Wie weet hoe het er volgend jaar bijstaat.

Dromen.

Durven.

Doen.

woensdag 10 september 2014

Vreemd gaan.

Het sfeertje is vergelijkbaar met de sfeer die te voelen is bij langere ultralopen. Ongedwongen, gezellig en kleinschalig. De speaker doet zijn best en krijgt de sfeer erin. De kleinste triathleetjes staan te bibberen in het water en dus wordt er maar wat sneller gestart anders krijgen ze het helemaal koud. Eenmaal los gaan ze als een gek te water en sprinten ze naar de eerste boei om zo snel mogelijk te keren.

Samen met Hans Schoolderman doe ik dit jaar ook weer eens mee aan een triathlon.  Zwemmen, fietsen, lopen. Hoe moeilijk kan dat zijn. Echter, er komt bij deze sport heel wat meer kijken. Zwemmen doe je in een rubber pak met een badmuts en zwembril  op. Voor het fietsen moet je een goede, beter, beste, duurste fiets hebben. Met een helm, kinky zonnebril en mooie schoentjes het liefst Italiaans. Het lopen is redelijk basic, veters worden vervangen door snelsluiters en sokken laat je gewoon  thuis liggen, dat scheelt weer was.
Triathlon is best stoer.

Ik voel me dan ook best stoer als ik omgeroepen wordt. Met een tijd van 2.13 word ik tweede bij de heren 50+. Het zwemmen ging ook wel lekker, afgezien van een wat paniekerige start met al die armen, benen, bubbels en nog meer armen en benen om je heen. De laatste 300 meter kon ik aardig wat zwemmers inhalen. Fietsen moet blijkbaar meteen HARD. Ik had bedacht op de fiets even rustig een gelletje naar binnen te werken. Als F16-s vlogen ze me om de oren. Strak op de ligstuurtjes, tijdrithelmpje, gefocused naar voren kijkend. Maar ook hier ging het bij mij na ronde vier van de zes rondjes van  6,7 km steeds harder.  Misschien wel te hard want wat mijn onderdeel moest worden werd de zwaarste van de drie. Het strikken van mijn veters ( ….) duurde wel erg lang. Hardlopen leek de eerste kilometer nergens op. Daarna kwam ik in een ritme maar achteraf viel het bijbehorende tempo me wat tegen. Wel ‘kroop’ ik op van de  45-e naar de 17-e plaats.  Ruim een kwartier sneller dan mijn vorige triathlon, bijna 25 jaar geleden.
Het was erg leuk om eens vreemd te gaan bij een andere sport. Het is zeker voor herhaling vatbaar al was het alleen maar om die Schoolderman een beetje te blijven prikkelen.




 

donderdag 4 september 2014

Kiertje


Trainen zonder een doel te hebben, ik kan het niet.  Ik had me bedacht dat trainen om gezond te blijven ook een doel kan zijn maar dat is zo weinig inspirerend dat dit doel na één dag vervangen diende te worden.
Nu ging m’n Spartathlon verzorger Hans plots trainen en afvallen. Hij had zich ingeschreven voor de Rutbeektriatlon en dat leek me wel een aardig ‘korte termijn doel’ om aan te gaan werken. En wellicht zelfs als opstap naar het echte werk: de hele triatlon. En dus moest er naast hardlopen ook gezwommen en gefietst worden. En dus moest er hard gefietst en lang gezwommen worden (hard zwemmen is weer een andere dimensie).
Keihard fietsen. Met benen die vollopen, hijgend als een paard, zere poten, zere rug. Altijd wind tegen. Het is me niet eerder zo opgevallen dat je op de fiets altijd wind tegen hebt. En na de training de fiets poetsen. Want triatleten zijn zuinig op hun spulletjes en willen er gelikt uitzien.
Lang zwemmen. Eerst nog in het zwembad maar al snel in buitenwater. Dankzij Freddy met een mooi rubber pak aan zodat alleen voeten en handen ijskoud worden. Eerst naar de overkant en vervolgens naar een andere overkant en dan naar het strandje en zo de hele plas over. Techniek oefenen, ademhaling oefenen, techniek blijven uitvoeren ook als de armen als lood naar de bodem zakken. Rechtdoor zwemmen, iets wat me nog de meeste moeite kost.
Het is best leuk. De meer ervaren fietsers en triatleten voorzien me gul van materiaal en advies. Ze nemen me op sleeptouw, geven complimenten en grijnzen als ik ook een keer op kop ga rijden. Mijn lichaam is gul met extra porties spierpijn. Vooral de schouders en bovenbenen laten zich voelen. Ik sta piepend en krakend op: wat een gezondheid.
Ondertussen probeer ik ook weer wat loopsnelheid op te bouwen. Na maanden het accent op duurvermogen gelegd te hebben voelen de tempo’s op de baan zoals harde tempo’s op de baan moeten voelen: alles behalve comfortabel.
Menig avondje lag ik uitgeteld in mijn bed. Is dit leuk? Ja, eigenlijk is dit best leuk. Is dit het leukste? Nee, eigenlijk is dit niet het leukste.
 
En heel zachtjes gaat er een deurtje een heel klein beetje open  staan. Een deur die eigenlijk voor goed was afgesloten en op slot zat. Het was klaar, het was goed zo, het was over en uit. Iemand heeft de sleutel omgedraaid en die deur toch weer  op een piepklein kiertje gezet.
 

dinsdag 15 juli 2014

Ondertussen


Ik zwem, ik fiets, ik loop.

En natuurlijk doe ik dat fanatiek.

Het zit in me, ik kan het blijkbaar alleen maar op deze manier.

Zwemmen in open water. Zwembroekje, de badmuts krijg ik van John en gaan.
Het is toch kouder dan ik gedacht had. De regen en hagelbui hebben het water fors afgekoeld. Na ruim een kilometer zwemmen ben ik koud en dat is een uur later pas weer over. Vanavond wil ik de dubbele afstand zwemmen. In open water. Maar nu in een wetsuit, geleend van Freddy.

Fietsen, ik doe het naar mijn werk. Echt serieus heb ik er al jaren niet meer op getraind. De eerste keer met de mannen en de dame ging het meteen hard. Hoewel we slechts drie tempo rondjes deden (met maximaal 49 kmh) lag ik na thuiskomst even gesterkt op de bank. Blijkbaar hadden mijn darmen moeite met de gebogen houding op de fiets. Het retourtje de volgende dag naar de triathlon in Holten ging lekker in 30 kmh, totaal bijna 90 km. De tweede tempotraining ging weer hard. Dit keer vier rondjes (het begint ergens op te lijken) tempo met een recht stuk uitrusten. Solo in 35-39 kmh. In de middenmoot. En zonder darmklachten.

Hardlopen, de omvang is laag. Intervaltrainingen op de baan bezorgen me  plezier hoewel het niet vanzelf gaat. Driehonderdjes net binnen de minuut. Ik weet dat het enkele weken zal duren voordat de snelheid weer terug komt. De duurloopjes gaan matig. Het kost vooral mentaal moeite.
 
En ondertussen lees ik over Leonie, Jeroen en Christiaan. Trails, Winschoten, 24 uurs.

woensdag 2 juli 2014

Genoeg is genoeg


Het is mooi geweest. 

Mijn grens heb ik opgezocht. Verbeteringen aangebracht. Uitgeprobeerd. Bijgesteld. Teleurstellingen overwonnen. Vorig jaar besloten het toch nog een keer te proberen. Na afgelopen week-end kan ik met opgeheven hoofd zeggen dat het mooi geweest is. Ik laat het hierbij. Mijn grens van zowel fysieke als mentale mogelijkheden ligt bij ruim 100 km. Wordt het langer dan gaan beide dusdanig protesteren dat er voor mij geen lol meer aan is.
Van alle wedstrijden was deelname aan de Spartathlon het absolute hoogtepunt.
Toen ik in 1992 het boek ‘de mens als duurloper’ kreeg,  kwam het niet in mij op ooit aan de start te kunnen of willen staan. Als baanatleet liep ik wedstrijden van 800 tot 10.000 meter en was de halve een eenmalig uitstapje. Als wegatleet was de marathon de mooiste afstand. Als Ultraloper blijven de geweldige herinneringen aan de voorbereiding en deelname aan die bijzondere  Spartathlon.  Samen met de loopmaten, samen met mijn geweldige team, samen met iedereen die betrokken was en meeleefde. 

De beslissing om niet nogmaals grenzen te willen verleggen voelt goed. Ik heb het geprobeerd, meermalen geprobeerd en nu leg ik me erbij neer. En ontstaat er ruimte om weer met andere sportieve activiteiten bezig te willen gaan. De triathlon, in 1991nam ik voor het laatst deel aan een kwart triathlon.  Deelnemen in Almere leek me altijd al erg leuk.  De samenvattingen van de TROS bezorgden me kippenvel.
Weer snellere wedstrijden lopen op korte afstanden. Volle bak van begin tot eind. Tegen loopmaatjes, met loopmaatjes. Wie weet weer eens een baanwedstrijd. En tussendoor zeker nog een marathon of een kortere ultra.

Gewoon, omdat  hardlopen zo leuk is.

donderdag 12 juni 2014

teamsport


Atletiek of hardlopen zou een individuele sport zijn.

Het klopt dat je op elk moment van de dag kunt besluiten om te gaan hardlopen. Een kwestie van omkleden, loopschoenen aantrekken en wegwezen.  Als marathon en ultra loper ben ik het gewend om kilometers, uur na uur na uur, alleen af te leggen.
Me, myself and i.
Meestal heb ik daar geen enkel probleem mee. Eigenlijk heb ik er nooit moeite mee om alleen op pad te gaan. Maar heel vaak is het ook leuk om samen met anderen te lopen. Wat kletsen, serieus praten, slap auwehoeren of gewoon in stilte naast elkaar lopen.
Naast het samen trainen is het ook leuk om onderdeel te zijn van een groep mensen die dezelfde hobby hebben en op eenzelfde manier met hun hobby omgaan. Het zijn stuk voor stuk mensen die er plezier in hebben om te bewegen, om lichaam en geest te trainen, om de competitie aan te gaan  en elkaar te steunen, te motiveren, te stimuleren, te troosten en te feliciteren. Het zijn mensen die weten dat als je iets wilt bereiken je ervoor moet trainen; week in, week uit. Het zijn mensen die kunnen afzien, discipline hebben maar bovenal ontzettend veel plezier hebben met elkaar.

Vanavond stond ik naast de baan te kijken naar mijn clubgenoten en de loopmaatjes van de triathlonclub. Stuk voor stuk werkten ze zich in het zweet. Rondje na rondje werd er stevig doorgelopen. Ik wilde eigenlijk op tijd naar huis. Een geplande looploze avond. Even kort met de trainer kletsen en weer weg. Het was gezellig op de baan. Praatje met die, praatje met een ander, afspraken maken voor zaterdag, verhalen horen over afgelopen trainingsweekend, plannen maken voor de toekomst. Met al die mensen die voor deze individuele sport gekozen hebben vormen we een geweldig team.  Een team individuen. Rood, groen, geel of blauw: het doet er niet toe. Een team waar ik in ieder geval graag bij hoor. Ook al loop ik nog zo vaak ook graag alleen.

zondag 25 mei 2014

Sportman


Een goede vriend met een groot sporthart werd jarenlang opgeslokt door werk, bourgondisch leven en een positief ingestelde gezondheids moraal. Iets in de trant van ‘je leeft maar één keer, geniet ervan’. Soms maakte ik me daar wel eens wat zorgen om want de kilo’s vlogen er niet aan, ze zaten er al aan. Na de Spartathlon flapte hij: jij haalt in 2015 de finish, dan haal ik de finish bij een marathon.
En plots ging meneer trainen. Op facebook verschenen berichtjes van Runkeeper: 3 km hardgelopen, 4 kilometer hardgelopen, 5 kilometer. Er verschenen berichten over afvallen, over calorieën die hij verbruikt had, over gezonder leven. En plots was daar dan dit weekend de deelname aan zijn achtste triathlon. Over de telefoon bespraken we zijn deelname. Verbeterpunten, wisseltraining, verder afvallen. De sportman op de bank was weer een sportman in de praktijk.

Mooi om te zien dat het dus gewoon nooit te laat is om te gaan sporten en er plezier aan te beleven.

maandag 28 april 2014

Nico en Simon, Jon en Roy en John en vele anderen: EnschedeMarathon 2014

Met teveel andere zaken aan je hoofd is het lastig de juiste focus te vinden. Meestal lukt het wel als het startschot eenmaal geklonken heeft. Adrenaline en wedstrijdmentaliteit doen hun werk en de wereld bestaat slechts uit de kilometers welke afgelegd moeten worden, het parcours met alle eigenaardigheden, de tegenstanders die zich nog voor je bevinden of van achteren dreigen op te komen. Het is zaak om kracht, conditie en doorzettingsvermogen op een beste manier te gebruiken. Het vinden van de juiste focus wordt lastig als lichaam en geest niet in balans zijn. Veel (zorgen) aan je hoofd hebben kan zo zijn uitwerking hebben op je lijf. Spierspanning daar waar je het niet wilt hebben en niet kunt gebruiken.

Tijdens de Enschede Marathon kwam er veel te vroeg spanning op mijn hamstring te staan. Tijdens trainingen had ik daar al regelmatig last van maar meestal trok het wel weer weg of was het te hanteren. Nu blijkbaar niet. De eindeloos durende regenbui werkte ook niet echt mee. Het was nat, het werd steeds kouder en het was lastig het gewenste tempo vast te houden. Mijn rechterbeen leek steeds vaster te komen zitten. Dit had zo zijn invloed op mijn loopstijl. En dat had weer invloed op mijn onderrug. Hardlopen ging steeds meer op waggelen lijken en waggelen gaat nu eenmaal langzaam. En langzamer, en langzamer.
Op 30 km moet de spanning er toch maar even af. Even stilstaan, hamstring oprekken, rug ontspannen en de tijd nemen weer op gang te komen. Het werkt en helpt. Vooral de rechte stukken lukt het om het tempo weer wat op te voeren. Bochten en vluchtheuvels zijn minder leuk.
De focus staat op het inhalen van lopers in groene, blauwe of welk shirtkleurtje dan ook. Meefietsende Marjolein pept me op, zegt dat het goed gaat. Ik heb geen idee hoe hard we gaan. Harder gaat niet.
Achter het rode shirt aan, er voorbij knallen en ze vooral niet laten aanhaken. Drie uur en twee minuten later zit de marathon erop. Rekening houdende met een pisstop en de rekoefeningen is het verval niet al te groot. Dikke complimenten voor Nico en Simon: een geweldig optreden.
Nico is ook nog zo aardig mijn doorweekte schoenen te helpen uittrekken. Heel langzaam kleed ik me om. Alles voelt stram, stijf en oud. Dit was weer eens een marathon.

 

Over zeven weken staat er een nieuw avontuur gepland. De komende weken herstellen, duurvermogen uitbouwen en hopen dat alle andere zaken dusdanig op orde zijn dat de kop en het lijf klaar staan op de langste dag van 2014.

dinsdag 22 april 2014

Hordes voor de marathon (en verder)

Hardlopen is vrijheid. De vrijheid om te gaan en te rennen waarheen ik wil. De vrijheid om links, rechts, rechtdoor te gaan. De vrijheid een extra lusje in te bouwen, een route te nemen die ik niet eerder nam of om toch maar huiswaarts te gaan. De vrijheid en inmiddels de conditie  dit spelletje een hele dag vol te kunnen houden en als ik het zou willen ook nog wel wat langer. De vrijheid grenzen op te zoeken en ze te proberen te verleggen. De vrijheid om niet te gaan rennen alhoewel dat vaak de meest lastige is.
Vrijheid.

Vandaag kreeg mijn vader te horen iets meer vrijheid te krijgen. Hij mag nu zonder begeleiding de afdeling verlaten en wat door het ziekenhuis wandelen. Ook mag hij een klein stukje naar buiten, een frisse neus halen. Uit bescherming was deze vrijheid hem tijdelijk ontnomen. De regie moest even overgenomen worden. Links, rechts, rechtdoor: hij was het spoor bijster.
Mijn vader was blij met de vrijheid welke hij kreeg. Hij bedankte de docter. Dank u wel. De docter glimlachte. Bedanken voor vrijheid !

Vanavond ging  ik nog voor het avondeten op pad. Het plan was om eerst een klein rondje met de hond te rennen en vervolgens nog een extra rondje alleen. Al  lopend veranderde ik de route en liepen we ontspannen één grote ronde van 17 km. Omdat het kan. Omdat het mag.  Dank u.

donderdag 17 april 2014

Wetenschappelijk geslof

Ik heb niet zo heel veel met wetenschap. Binnen de loopsport doe ik veel op gevoel. Natuurlijk heb ik er veel over gelezen. Ervaringen van anderen, wetenschappelijke onderzoeken, weer nieuwe wetenschappelijke onderzoeken, onderzoeken die onderzoeken onderzoeken, etc.  Ik probeer ze te lezen, ik denk er het mijne van. En probeer daarna toch maar weer op mijn gevoel te vertrouwen.
Trainert is wetenschapper. Dat is goed voor mij want het houdt me bij de les en houdt me scherp. Niet dat ik alles meteen aanneem van trainert. Daarvoor ben ik te eigenwijs en teveel een ezel die zich wel vijf keer stoot. 

Enkele dagen geleden kwam trainert met het verzoek of ik mee wilde doen met een wetenschappelijk onderzoek. Ik hoef er niets voor te doen alleen maar de marathon binnen drie uur af te leggen. Die drie uur heeft niets met het wetenschappelijk onderzoek te maken maar alles met de tijd dat de batterijtjes het blijven doen. Die batterijtjes voorzien een vijftal zendertjes van stroom. Die zendertjes zitten in een klein, plastic lucifersdoosje. Die doosjes plakken ze op mijn schoen, enkel, bovenbeen, borst  en rug.  De zendertjes zenden iets naar een ontvanger. De ontvanger is bevestigd aan een fiets en trainert zal dus 42 km lang vlak bij mij fietsen om alle signaaltjes op te vangen. Wat ze gaan onderzoeken is  het effect van vermoeidheid op mijn loopstijl is.
Tja.
Beste onderzoekers: bij deze presenteer ik u de uitslag van uw onderzoek. De laatste kilometers van mijn marathon lijkt mijn loopstijl nergens meer op. Er is nauwelijks  sprake van een zweefmoment. Ik til mijn poten nagenoeg niet meer op en draai mijn onderbeen naar buiten als een soort ganzenpas. Mijn bovenlichaam staat nog enigszins rechtop al zal het geheel zich veel dichter in de buurt van moeder aarde bevinden dan tijdens de eerste 20-25 km. De piepjes van de zendertjes zullen overstemt worden door menselijk gepiep.  Ik hoop maar dat trainert mijn piepjes opvangt en me weet te prikkelen er nog een tandje bij te zetten.

Wat het onderzoek echter extra interessant maakt is dat clubgenoot DR ook meedoet aan het onderzoek. De kans is zeer groot dat hij sneller zal zijn. Snelheid is niet alles. Ik hoop van hem te winnen op schoonheid. De schoonheid van de souplesse. De schoonheid van het lopen op gevoel.

maandag 14 april 2014

Enschede Marathon

En dan is het straks alweer 27 april 2014 en loop ik voor de zoveelste keer de Enschede Marathon. Een marathon waar ik mooie herinneringen aan heb. Als wedstrijdloper de strijd aangegaan met neefje Michiel Snuverink of met clubgenoten waaronder Detmar Roessink. Hans op de fiets. Marjolein op de fiets. Als wedstrijdloper het zonlicht uit zien gaan op 40 kilometer. Mijn vrouw stond bij me en ik herkende haar niet meer. De slechtste eindtijd ooit. Persoonlijke records gelopen. De editie op en neer naar Hengelo, misschien wel het dieptepunt van deze marathon. De marathon die samenviel met de verjaardag van onze zoon. Zijn verbaasde gezicht toen ik even stopte om hem een extra cadeautje te geven en het publiek spontaan lang zal hij leven inzette. Het stuntje van eerst de marathon lopen als pacer in 3.15 en aansluitend de halve marathon als pacer in 1.55. Zuslief als trouwe superporter. 

Zoveel herinneringen aan de Enschede Marathon.

En ook dit jaar staan we straks weer te popelen om op pad te mogen gaan. In het voorste startvak, klamme lijven, gespannen koppen, fans achter de hekken. Op weg, de kalmte bewaren, in een ritme zien te komen, aanmoedigingen beantwoorden met een grijns. Langs Runnersworld op weg naar Lonneker, de molen, naar de Miro, Glanerbrug, de volkswijk en weer terug naar Enschede om de tweede en laatste ronde in te gaan.
Goed drinken, gels nemen, koeling zoeken, kopwerk doen en linkeballen.

Dit jaar wordt toch ook weer een mooi jaar.
Met een grote groep lopers hebben we toegewerkt naar deze marathon. Namens Ac-tion Enschede zullen er minimaal tien wedstrijdlopers aan de start staan. Minimaal zes moeten er binnen de drie uur kunnen finishen. Daarnaast zullen veel clubgenoten als recreant of op de andere afstanden schitteren.

De komende dagen hoeft er niet zoveel meer. Beetje lopen, in beweging blijven en vooral ongelofelijk veel speculeren.

De dinsdag na de marathon staan we dan weer op de atletiekbaan. Wonden worden gelikt en gedeeld. Overwinningen gevierd en bewonderd. En als houte klazen worden er een paar rondjes op de atletiekbaan ‘uitgelopen’. Het zal meer op strompelen lijken, de uitzondering daargelaten die net doet alsof hij nog volledig fit is.

zondag 23 maart 2014

Stilte voor ....


Eigenlijk loopt het niet eens zo heel slecht maar echt goed nu ook weer niet. Ik train niet belachelijk veel maar ook weer niet weinig. De ene keer gaat het makkelijk, de andere keer wat minder. Het ene moment denk ik YES, een andere keer vervloek ik me met een stevige NO.  Het loopt wel maar het loopt nog niet zoals ik zou willen.
En dus ben ik, op aanraden van trainer Marjolein,  begonnen het  iets anders aan te pakken.  Duur moet weer duur worden. Lang wordt weer echt lang. Van 40 naar 50 dit weekend weer richting de 70 in de heuvels.  Hersteltrainingen wissel ik in voor alternatieve trainingen in het zwembad of op de fiets. Slechts één baantraining per week, de lange tempo’s.  Eén tempoduurtraining per week oplopend naar 120 minuten. Zodoende de knie meer hersteltijd bieden, het systeem gedoseerd belasten, ondertussen romp en benen sterker maken.
Het heeft enkele weken geduurd voordat ik eraan wilde. Als Ultra loper moest ik toch vooral veel lopen.  En ook al ben ik nog maar twee weken bezig alternatieve trainingen uit te voeren: het voelt erg goed. Ik krijg lol in baantjes trekken, lol in een stukkie fietsen en het lopen voelt weer steeds beter. Heel voorzichtig komt het goede gevoel weer terug.  Conditie, vorm, zin in presteren.  Op weg naar de langste dag in Luxemburg.

maandag 24 februari 2014

oei

Het was wel een beetje kantje boord.
Na een trainingsweek van 150 km, waarbij de knie zich dan weer nadrukkelijk en dan weer minimaal meldde, werden de klachten plots niet minder. Zelfs met de hond wandelen ging niet zonder een zeer onaangenaam gevoel in de knie.
De knie, de meniscus knie, vond het welletjes en meldde zich zeer nadrukkelijk. Het is genoeg, het is te veel, je moet stoppen.

Er zat niets anders op dan de geplande trainingen te schrappen en rust in te voeren. Voor een ultraloper die gewend is dagelijks te trainen is rust iets wat zeer veel onrust veroorzaakt. Een dag niet kunnen trainen voelt aan als een week. Twee dagen voelt als onoverkomelijk. Wedstrijden verdwijnen als nooit gevallen sneeuw voor de zon. Elk uur, ieder half uur, elke minuut: even checken hoe de knie voelt. En natuurlijk voel ik hem dan ook, zelfs als er niets te voelen valt.
De meniscus knie: toch het einde van mijn looppassie. Stel je voor dat het niet over gaat! Stel je voor dat er weer een operatie plaats moet vinden! Kan ik het dan weer opbrengen om te starten met minuutjes hardlopen? En de keer erna twee minuten? Heb ik daar nog voldoende motivatie voor?
Na het geven van een looptraining en enkele voorzichtige rondjes op de atletiekbaan gloort er hoop. Het ging pijnloos! De volgende dag toch weer reactie maar dat blijkt alleen ochtendstijfheid te zijn. De training met de marathongroep op zaterdag gaat wonderwel erg goed. Het eerste uur pijnloos, het tweede uur pijnloos en ook het lusje naar huis blijft alles zonder gevolgen. Ik durf niet te denken dat het over is. Toch lijkt dat wel zo te zijn want zondags geen reactie op de 25 km van zaterdag. Het is schitterend weer. Uurtje uitlopen? Voorzichtig op pad. Pijnloos. Extra lusje….extra uurtje? Pijnloos. Maandag ochtend: geen reactie.

Het was kantje boord.

dinsdag 11 februari 2014

Maar nu even niet


Wel, niet, wel, niet.

Soms is de beslissing om niet te gaan trainen moeilijker dan de beslissing om wel te gaan.

 Eigenlijk is er bijna nooit een goede reden om niet te gaan. Geen zin? Hoezo geen zin? Elke training is als een klein puzzelstukje in het grote geheel.  Een klein blokje  van de pyramide op weg naar de top. Geen enkele training staat op zich. Ze vormen een onderdeel van het weekprogramma, van een cyclus van weken, van maanden, van rustperiodes naar intensievere trainingsweken, naar wedstrijdpieken.

Geen zin vormt geen onderdeel van dat programma.

Net zoals slecht weer ook geen reden is. Regen, wind, hitte. Als atleet pas je je aan. Alléén ijzel; bij ijzel ga je beter niet trainen.

Toch kwam al fietsend vanuit mijn werk naar huis plots de beslissing opzetten om vanavond niet te gaan trainen. De beslissing om de knie die toch wat aan het zeuren is een avond vrijaf te geven. De beslissing om een vervelende aanhechting in de heup tijd te geven volledig te laten genezen. Alternatieven komen en gaan. In plaats van een intensieve baantraining een mooi duurloopje in donker buitengebied…. Samen met de hond een uurtje gaan rennen …. Een flinke krachttraining ….ze komen, worden overwogen en af geserveerd. Ik voel dat het beter is om vanavond echt helemaal niet te trainen.

En op het moment dat ik het met mijn meisje gedeeld heb is het werkelijkheid geworden.

Plots heb ik tijd om voor ons beide te koken (onze zoon is wel gaan trainen en heeft al gegeten).

Plots heb ik tijd om de hond uit te laten.

Plots heb ik tijd voor een bakkie koffie en bedenk ik me dat ik nu al zin heb in de training van morgen en al helemaal uitkijk naar de 50 kilometers over  de Duitse heuvels op zondag . 

Plots extra tijd …..

 

woensdag 22 januari 2014

Treintje

Hoeveel doe jij er?

Nog voordat de eerste interval gestart is wordt er over en weer gepeild. Wie voelt zich vandaag sterk en fit, wie durft het hele programma aan, wie gaat het tempo bepalen?
Het voordeel van een schema is dat je voordat de training begint al weet wat er op het programma staat. Je kunt je er mentaal op voorbereiden. Het nadeel is dat je voordat de training begint weet dat het zwaar gaat worden. Je zou stiekem iets anders kunnen gaan doen. Lekker een avondje thuisblijven of een ontspannen rondje Boekelo lopen. Helaas, er is geen keuze. Er moet getraind worden, het is dinsdag en dus staan er lange intervallen op de atletiekbaan op het programma. Niet piepen, niet zeuren. De marathon van Enschede komt eraan. Werk aan de winkel.

Drie? Vier? Vijf?
Als ultraloper wil ik er natuurlijk vijf doen. Vijf keer 2000 meter na een ochtend training van 13 km. Ik vang iets op van 4 minuut per kilometer maar het tempo ligt toch echt meteen wat hoger. Rondjes 94, rondjes 92. Ik klok niet, loop gewoon lekker mee en probeer te ontspannen. Beetje kletsen, beetje flauwekul uitkramen. We doen dit voor onze lol !

In september tijdens een lange duurloop in Zwitserland liepen we een lastige afdaling. Veel rotsen, riviertjes, drek, wortels. Ik moest mijn aandacht er volledig bijhouden. Jeroen Machielsen liep vooruit, Jan-Albert Lantink waakte over me. “Wat ruikt het hier lekker hé”, hoorde ik hem zeggen. Ik moest alle zintuigen gebruiken om überhaupt op de been te blijven en die gast had nog tijd om wat om zich heen te snuiven! En dus maak ik tijdens deze intervallen een praatje met de andere tempo beulen. Beetje sarren, beetje prikkelen, beetje klieren.. Inmiddels kennen ze me wel vrees ik. Ze grijnzen wat; heb je hem ook weer.

Het loopt lekker.
Het hele groepje loopt lekker. Kop over kop, rondje na rondje. Drie, vier en we gaan gewoon voor de vijf. Lekker strak doortrekken. Niet piepen maar stiekem een klein tandje erbij. Geen tijd meer voor praatjes, geen tijd meer voor flauwe kul. Dit zijn de kwaliteitstrainingen, hiermee zetten we de puntje op de i.
Als het erop zit is iedereen tevreden. We feliciteren elkaar met deze training. Volgende week staan we er weer.

Een lekker treintje vanavond mede mogelijk gemaakt door Kö, Simon, Sjoerd en Renee.